Het volkslied van Coronie door Marlene Wielzen, maar werd geschreven door Pater de Kort. De Palmen van Coronie werd eerst gespeeld door Catuna Contyo van het Patronaat dat onder leiding stond van Leo Tjon A Kon en daarna Gusje Ost.
Geëmancipeerde tot slaaf gemaakten van plantage Burnside te Coronie
Laten we het vreselijke verleden dat achter ons ligt, nooit vergeten, maar niet als een manier om ons op een negatieve wijze aan het verleden geketend te houden, maar eerder als een gelukkige herinnering aan hoe ver wij zijn gekomen en hoeveel we hebben bereikt.(Mandela)
Hoewel men ons heeft doen geloven dat wij, zwarte mensen, als we loslaten, niets overhouden, laat het leven zelf telkens weer het tegenovergestelde zien: loslaten is het pad naar werkelijke vrijheid.
Ik wenste dat Surinamers bovenstaande gedachtengang konden aankweken in de kwestie Bouterse. Het zou ons allemaal goed doen
Heer, ik dank U voor deze dag en vandaag wil ik U danken voor onze vaders en grootvaders. Als een kostbare gave heeft U hen aan ons gegeven. Ik bid dat u uw liefde in hun hart legt. Zondag 16 juni 2024 een gezegene zondag. Een fijne Kirpalani, Fernandes bakerrij. Ja een dag voor iedereen.
Bij de afschaffing van de slavernij in 1863 telde de plantage Burnside in het district Coronie 373 slaven. De meeste van deze slaven zijn op de plantage geboren. Een deel van dit slavenbestand is afkomstig van plantage Potosi, te werkgesteld op plantage Burnside. Het is niet bekend hoeveel en welke slaven uit Afrika of via een van de andere zuid-Amerikaanse landen naar Suriname zijn verscheept. Ook is niet bekend hoeveel slaven er intussen, voor de emancipatie, zijn overleden. Groepen slaven die aan elkaar verwant waren kregen allemaal dezelfde achternaam bij de afschaffing van de slavernij. Tot dan hadden ze slechts een voornaam.
De vrijgemaakten van plantage Burnside werden in het Bevolkingsregister ingeschreven met de volgende achternamen:
– Alder, Arentz
– Baumgart, Bendt, Berens, Blanck, Blankendal, Bossoe, Bot, Broekveld, Buisman, Burnside
– Camiron, Camron, Content, Cruikshan
– Direksie, Dusen
– Eskens
– Favori, Franklin, Frederickz, Frita, Frikkens
– Garden, Glusenkamp, Goehart, Goudmijn, Groebie, Groenefelt
– Haries, Helles, Horsen,
– Jantonius, Jiem, Jona
– Kamp, Kamrin, Kempes, Kesselbrink, Klijn, Koeten, Koningsveld, Korsten, Kroesbeek, Krolle, Kromomie
– Landsdorf, Lieneke
– MacBean, Maclier, Macnelzy, van der Mehr Molly, Moosba,
– Norak
– Owart
– Palmerston, Phoenix, Pitt, Plaat, Promes
– Reynwaan, Rigters, Rijken, van de Roet
– Sandbrink, Schaapherder, Schuurveld, Severin, van Sleeker, Slijngard, Soesman, Stuwart
– Tam, Thomassen
– Vlek, Vliet, Vredeman, Vreeland
– Waalman, van Westen, Wijdenbosch, Wijdt, Wilken, Williams
– Zandvliet, Zijgers
Wisi
Wisi is criminele handeling van een boosaardig persoon (zwarte magier of wisi-man). De beoefenaar van zwarte kunst noemt men een wisi-man.
De oorzaken zijn meestal jaloezie, achterdocht, wraak nemen, bedreiging, bijv. iemand in de weg staan.
Een wisi-man wordt zeer gevreesd. Doormiddel van sommige rituele handelingen kan hij de boze geesten van overledenen oproepen en deze bezweren om op zijn vijand ziekte over te brengen of hem te doden. Het geheim van een wisi-msn is beslist niet te ontdekken. De meeste wisi-man zijn namelijk zeer achterdochtig ten opzichte van hun geheimen. Sommigen zijn ook bang, dat, wanneer zij onheil naar een vijand met een sterke afweer of tapu zenden, de magische wisi-kracht onverrichter zake naar de wisi-man die hem heeft gezonden terugkeert en het kwaad dan in plaats van zijn vijand, hem overkomt. Deze tapu werkt namelijk als een boemerang. Vandaar dat men soms bang is iemand te beheksen.
Enkele kenmerken van wisi-man zijn:
a. verbod voor bepaalde spijs, vlees of drank
b. hij/zij gaat s’nachts op pad (het kerkhof) om materiaal te verzamelen om zijn/haar doel te bereiken
c. hij/zij is vaak eenzaam en zondert zich af van zijn medemensen
d. bepaalde tijd met niemand praten.
Tegenover wisi staat tapu (obia) of witte magier. De beoefenaar noemt men winti-man. Een winti-man kan ook geesten oproepen om te helpen met medicijn voor tapu, zieken te genezen en ziekte te voorkomen en familieleden te waarschuwen tegen naderend onheil.
Meestal roept men de geest of yorka van een voorouder op (een vrouw wordt hierdoor meestal bezeten) om via haar stem te waarschuwen. Tegenover elke wisi staat een obia of tapu, dit is afweer. Theoretisch zijn geen van beide absoluut. De techniek hangt af van de kennis van de wisi-man of winti-man of de wisi of de tapu wint.
Kunu
Kunu is een vloek van winti en geesten van overleden ouders (yorka) die een hele familie in de ban kunnen houden door hun verschrikkelijke uitwerking. Hij blijft van generatie op generatie doorwerken.
Winti en yorka die kunu overbrengen zijn:
Fodu of dawe, slangengod Apuku, bosgeesten
Akantasie (geesten, die in een mierennest leven)
Yorka (geesten van overleden familieleden)
Kunu komt in verscheidene combinaties voor, bijvoorbeeld
Apuku samen met yorka, papa-winti.
Een kunu ontstaat niet uit het niets. Meestal is er sprake van een overtreding of het niet nakomen van een belofte, waardoor de winti erg boos wordt en op gaat treden als wraakgeest. De wraakgeest kent geen pardon. De enige manier om het kwaad te weren is een medicijnman in te schakelen, die kan nagaan wat er moet gebeuren om de winti tijdelijk gunstig te stemmen. De mogelijkheden zijn offers, rituelen en speciale kruidenbaden.
Winti stelt vaak eisen die zeer vernederend zijn. Wanneer men niet aan die eisen voldoet, krijgt men te maken met de wraak van winti. Hierbij wordt de hele familie betrokken, bijv. door ziekten, bezetenheid, ongelukken of dood. Wanneer er familieleden die winti vereren opvallend kort na elkaar sterven, kan er sprake zijn van een kunu. De kunu wordt beleefd als een afschuwelijk gebeuren. Vaak ontstaat er in zo’n familie angst en paniek, omdat men nooit weet wanneer de kunu weer toeslaat.
Oorzaken van een kunu
. Het opzettelijk doden van een fodu-slang.
. Het niet nakomen van een belofte (gedaan om winti gunstig te stemmen, bljv. geen offers brengen na succes).
. Belediging van winti of yorka.
. Overtreding door opzettelijk omhakken van een boom waarin winti wonen.
Wanneer een kunu een familielid doodt, neemt hij een geest of yorka om bij zijn wraakactie te gebruiken. Een kunu is niet rechtvaardig, omdat vaak onschuldigen moeten boeten voor een overtreding die bijv. door een vader werd begaan en die niet direct werd bestraft, maar op zijn kinderen wordt verhaald, wat vaak wijst op een kunu van een fodu-slang.
Het behandelen van kunu is een zeer speciaal gebeuren, dat alleen een zeer bekwame medicijn- of winti- man kan uitoefenen, want tijdens de rituelen, wanneer winti en geesten opgeroepen worden, kunnen familieleden of zelfs de medicijnman ziek worden.
Het samenstellen van een kruidenbad is de beste remedie om winti gunstig te stemmen. Muziek, dans , zang en verschillende rituelen en symbolen, die gewijd zijn aan winti zijn factoren, die helpen om winti gunstig te stemmen. Maar het allerbelangrijkste om winti te bezweren is het kruidenbad of wiwiri-watra met de daarvoor speciaal bestemde kruiden, die gewijd zijn aan winti, in een samenstelling die alleen de medicijnman kent. Dit is het enige middel om winti handelbaar te maken en op deze manier de getroffenen tijdelijk gerust te stellen. Zo’n familie, die te maken heeft met een kunu, zal van tijd tot tijd naar een medicijnman gaan om inzicht te krijgen in de eisen van winti.
Het is een eeuwige vloek van winti over alle familieleden. Een belangrijke metgezel van een kunu is de yorka.
Een geest of yorka van iemand die vermoord werd, kan een permanente kunu zijn. Hij komt zich speciaal revancheren ten opzichte van de familieleden van de moordenaar. De geest van de gedode komt zich in de familiekring manifesteren en gaat praten met een stem, zoals die was toen hij nog in leven was.
Een kunu wil gediend worden en kan eisen stellen. Wordt niet aan zijn eisen voldaan, dan zal hij wraak nemen. De eisen van een kunu zijn meestal vernederend. De kunu werkt met een dusdanige kracht, dat men bang is om te doden ( een boslandcreool zal niet gemakkelijk iemand doden)…
Een andere vorm van kunu is het opzettelijk hulp weigeren aan iemand die in levensgevaar verkeert, als ook aan een vijand. Deze komt als kunu, maar niet gericht tegen familieleden, maar wel tegende persoon die hem in de steek heeft gelaten. De yorka van de overledene kan hem achtervolgen met een angstpsychose. Het kan gebeuren dat de geest hem zijn doodsangst laat meemaken.
Tegen kunu bestaat geen tapu (afweer). Er bestaan wel bezweringsrituelen, tapu en offers om de kunu te verzoenen en zich niet vaak te manifesteren.
Rituele objecten: water, kaarsen, kalebas, dranken ( rum, bier enz.), offers (kip, pimba, akansa), trommels, lappen stof, magische kruiden, symbolische voorwerpen van winti.
Trance toestanden zien we vaak bij een winti-prey. Men raakt in trance wanneer men bevangen wordt door winti. Meestal gebeurt dit voor de eerste maal onder leiding van een bejaarde winti-man. Daarna worden de rituele taal en gebedsformules geleerd van winti. Indianen bijvoorbeeld raken in trance, meestal bij hun inwijding tot medicijnman, door toediening van plantaardige stoffen met een narcotische bijwerking. Toekomstige medicijnmannen of kandidaten hiervoor drinken een glas roodachtig melksap van de takini-boom om in contact te treden met de takini-geest. Andere kandidaten voor geestenbezweerders (piai) drinken tabakssap om in contact te treden met de tabaksgeest.
Wintie
Winti liederen zijn in feite een vertaling van de winticultuur.
Daarin zien we de relaties tussen mensen en natuur terug. De schepping, het geestelijke leven, levenswijsheden en de gevolgen van overtredingenvan taboes worden in winti liederen tot uitdrukking gebracht.
Bij alle aspecten van de Afro-surinamers cultuur kan een lied worden gevonden dat de spirituele relatieweergeeft tussen de mens en zijn natuurlijke omgeving met alle daarin voorkomende levende wezens en planten. Veel Winti-liederen ontstaan in trance. Iemand die in trance is, kan spontaan een lied gaan zingen, dat door voorouders of Wintigeesten ingefluisterd wordt. Binnen de Winti-cultuur wordt een lied dat op een dergelijke wijze ontstaat,door de omstanders snel opgepakt en opnieuw uitgedragen. Door extase verandert de staat van bewustzijn. Eenmaal in extase communiceert men met krachten uit het universum. Medicijmannen over de gehele wereld kunnen deze staat van bewustzijnsverandering bereiken door gebruik te maken van o.a muziekinstrumenten,
gecombineerd met liederen, ritme en rituele dans.

Apuku
Apuku is een bosgeest, die op alle ritmes kan dansen. Hij is een imitator.
Daardoor kan deze winti ook de medicijnman op het verkeerde been zetten.
Apuku-liederen gaan over het mysterie van het bos, plantenkennis, wijsheden en/ of levenservaringen.
Mati Apuku memre yu ede, yu de wan konfo yu no ab bun ede.(Apuku heeft een slechte naam)
Een voorbeeld van een typisch Apuku lied:
Mi mama kari mi abrewa.(2×).
Mi tata kari mi atande. (Zijn naam wordt duidelijk aangeduid)
Mi sweri fu Ana o. (2×)
Mi sweri fu Anana, Kediama. Ik doe een eed op de Allerhoogste
Susa
Susa staat voor behendigheid. Tijdens het zingen van susa-liederen
tonen deelnemers hun vaardighedenmet een wedstrijdelement.
Bij het dansen van bijvoorbeeld de dansvorm ‘tyiri’tonen twee mannen,
die omringd worden door vrouwen hun vaardigheid in het dansen.
De dansers worden door de vrouwen aangemoedigd.
Dit dansspel is aan regels gebonden.
Lied1
Nanga dyendyen e, nanga saka o, (2×) Loy na dyendyen gi den na Nengre kondre,
den sa yere . Nanga dyendyen e, nanga saka o. ( Deze bel luidt voor mijn voorouders, zelfs in Afrika)
Lied2
Nyafaro, wi ko opo susa, nyafaro, wi kon opo dobre Susa.( Wij komen het Susa ritueel bijwonen)
De Winti-instrumenten:
Apinti: is een drum om het ritme aan te houden (ari) en een voor de variatie (koti)
Adyida-dron: de grootste drum met lage tonen
Dawra: een ijzeren voorwerp dat wordt gebruikt als instrument
Kwakwabanyi: een houtenbankje waarop men met stokken slaat
Mandron: een grote trom
Pudya-dron: de kleinste Winti drum
Saka: om het ritme aan te geven
Sekseki: een ratel instrument
SURINAME
*Paramaribo is gesticht door Indianen/Inheemsen*
*Moengo door Amerikanen
* Hamburg door Duitsers
*Burnside door Engelsen
*Livorno was een plantage van een Italiaan Livorno
*De naam Geyersvlijt komt van eigenaar Jan Geyer
*Leonsberg is vernoemd naar familie De Leon
*Lawa(rivier) is van het Franse woord L’awa
*Albina is gesticht door een Duitser en vernoemd naar zijn vrouw Albina Liezenmaier
*Moengo is afkomstig van Mongo (Aucaans), dat betekent heuvel
*Motkreek was voor de Engelsen Mudcreek (Moddercreek), maar de Hollanders maakten ervan Motkreek
*Braamspunt is vernoemd naar de eerste Engelse gouverneur William Byam. De witte Hollanders maakten de y tot r en het werd Bramspunt wat verbasterd is tot Braamspunt
*Veel rivier- en plaatsnamen zijn afgeleid van indiaanse woorden. Marowijne is van oorsprong Marowyne. De namen Matapica, Perica, Peninica en Saramacca eindigen allemaal op “ca”. Ca aan het eind van een woord duidt op “water”
*Torarica zou afkomstig zijn van Portugese Joden. Zij noemden de plek naar hun rijke “rica” Tora. Een ander verhaal is dat toen een witte op de plek aankwam en ook witte als hij zag hij verrast was. Hij vraagt aan een Arowak wat voor dorp het was en die zei “dat is de plaats waar witte wonen” oftewel “torara hariraca”. De naam is gebleven, maar van de plaats heeft men niets meer teruggevonden.
*De naam Marshallkreek is afgeleid van de kolonist kapitein Marshall, die in 1630 naar Suriname kwam met een groep Engelse kolonisten. Toen de Hollandse zeevaarder David Pieterszoon in 1634 de Surinamerivier opvoer, trof hij nog mensen aan uit de kolonisatie van kapitein Marshall. In 1651 stuurde de Britse gouverneur Lord Francis Willoughby ook kolonisten naar Suriname om de kolonie te stichten, maar van kapitein Marshall werd niets teruggevonden, alleen de naam Marshallkreek. Ook in Coronie zijn de plaatsen Friendship, Totness en Burnside allemaal Engels. Het waren de Engelsen die de eerste plantages in Coronie aanlegden.
Na de afschaffing van de slavernij in het jaar 1863, werden de slaven toch verplicht om voor een periode van 10 jaren arbeid te verrichten op plantages.
Na het jaar 1873 zien wij een teruggang in de katoen-industrie onder andere door (1) gebrek aan afzet, (2) prijsdaling
(herstel van de Noord-Amerikaanse katoen-industrie na de Amerikaanse burgeroorlog van 1861 t/m 1865 en (3) door kust erosie .
De Surinaamse katoen-plantages kwamen niet verder tot bloei en raakten in verval.
In 1822 werd Totness de eerste gouvermentele vestegingsplaats voor vrije slaven in Suriname.
In 1825 en 1830 werd de top-produktie van katoen bereikt. De kaart van M.D Teenstra-Mabe ( 1835)
laat 22 katoen-plantages zien , 5 verlaten plantage en een militaire post.
In 1851 veranderde de naam van distrikt Boven Nickerie in Distrikt ” Coronie” .
In de periode 1799 tot 1815 was Suriname, met een korte onderbreking, geoccupeerd door Engeland .
Gedurende dezelfde periode eisten de Engelse en Schotse kolonisten de gronden van de inheemse ( “Soeweija “),
gelegen langs de kust van het Boven Nickerie distrikt op, om katoen-plantages aan te leggen.
De nieuwe plantage-gebieden kregen de naam van ” kolonie”,later verbasterd tot ” Coronie” .
In 1808 werd de eerste katoen-plantages door Mr. A.Cameron tot ontwikkeling gebracht (Lot # 210) en spoedig volgde er meer.
Het gruwelijke Slavernij verleden
Er was eens een economisch systeem genaamd Trans-Atlantische Slavenhandel en Slavernij dat bijna 400 jaar lang welvaart creëerde voor de Europese mens.
Hierover heb ik uitgebreid geschreven in Zwarte Waarheid (Chapter 3A) en Zwarte Waarheid (Chapter 3B).
Een vergeten aspect van slavernij in de America’s is de rol van honden in dat systeem. Of misschien is het niet vergeten maar word het nooit meegenomen in studies over één van de meest verschrikkelijke gruweldaden in de geschiedenis van de mensheid”. Woorden gesproken door de voormalig Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, Ban Ki-moon.
Honden
De verontrustende waarheid is dat deze dieren voor een groot deel hebben bijgedragen aan het in stand en bloeiend houden van de slavernij.
En de wrede, bijna duivelse, wijze waarop deze dieren bijna 400 jaar lang werden gebruikt heeft veel bijgedragen aan de trans-generationele trauma’s waar veel nakomelingen van slaafgemaakten tot vandaag onder lijden.
Neger-honden
Dit was de naam van honden die op plantages samen met menselijke slaven-patrouilles toezicht hielden op de slaafgemaakten.
Zij zorgden door een constante dreiging van geweld ervoor dat de in gevangenschap levende slavenpopulatie niet wegvluchtten van de plantages.
-Een slaafgemaakte was kostbare handelswaar, ook voor het vinden van een gevluchte slaafgemaakte werden honden gebruikt.
Het was een speciaal voor deze taak gefokte hondensoort.
Tegen de 18e eeuw was plantagestaat Cuba het centrum in de America’s voor het fokken en trainen van de Dogo Cubano, de Cubaanse Bloedhond.
Deze hondensoort werd zeer populair bij andere plantagestaten als Brazilië, Jamaica en Noord-Amerika.
Het was een sub-type van de Bull-Mastiff. Met een groter lijf en een sterkere beet. De kracht van een beet word uitgedrukt in PSI.
Dit geeft aan hoeveel druk een beet op een vierkante inch uitoefent.
De mens heeft een PSI van 120. De Duitse Herder een van 238. De Pitbull Terriër heeft een PSI van 235.
De Dogo Cubano had een PSI vergelijkbaar met de Mastiff, 556. Dit dier kon zonder problemen het dijbeen van een volwassen man in tweeën bijten.
De Dogo Cubano, ook wel Cuban Mastiff genoemd, werd geintroduceerd in Cuba tijdens de slavernij voor het surveilleren van de slavenpopulatie.
Door het fokken was het een dier met een sterker reukvermogen dan de Bloedhond, maar ook vele malen agressiever.
De Dogo Cubano werd geprezen om zijn effectiviteit bij het opsporen en soms elimineren van gevluchte slaafgemaakten.
Deze hond werd geëxporteerd naar andere plantagestaten als de Guyana’s (waaronder Suriname), de Verenigde Staten, Jamaica en Brazilie, waardoor kruising weer andere sub-types ontstonden. De Dogo Cubano is uitgestorven. Het dier was na de afschaffing van de slavernij in de America’s niet meer nuttig. Op Cuba werd de Dogo Cubano gefokt en getraind voor maar een specifiek doel.
Dit was het samen met de slavenpatrouilles surveilleren op de plantages.
En het opsporen en neutraliseren van gevluchte slaafgemaakten
Het trainen van deze honden had extreem sadistische en racistische elementen, waardoor in deze dieren een instinctieve haat voor Zwarte mensen werd gekweekt.
Een voorbeeld van de training:
Deze soort honden werden in kooien gehouden, te midden van het slavenkwartier
Uit orale overlevering leren we dat, om deze dieren te conditioneren, kreupele, geesteszieke en andere slaafgemaakten
die onbruikbaar waren voor slavenarbeid in de kooien werden gestopt.
De honden, die dan wekenlang geen voedsel hadden gehad,
waren uitgehongerd en vraten zo een man, vrouw of kind levend op.
Wat deze honden leerden herkennen was de geur van doodsangst.
Dit is een zeer distinctieve geur, want door zeer sterke emoties komen stresshormonen als cortisol en adrenaline vrij en vermengen zich met lichaamszweet.
De andere slaafgemaakten, al in een permanente staat van mentale depressie, hoorden het geschreeuw van hun lotgenoten en het geblaf van de honden.
En wisten wat hen te wachten stond als ze ooit besloten te vluchten.
Concluderend
Tijdens de slavernij was de hond een dierlijke uitingsvorm van menselijke haat.
Bovenop de 400 jaar durende brutalisering van mensen hun ziel, waardigheid, zelfrespect en lichamelijke integriteit.
Deze herinneringen liggen opgeslagen in het Zwart collectief geheugen.
Welk onmens kan in het comfortabele hier en nu zeggen dat het te lang geleden is en het daarom tijd is om te vergeten en vergeven?
Misschien een zielloos vat vol verdriet die geen weet heeft van dit belangrijk stukje historische waarheid.
En natuurlijk de geschiedenis van de Zwarte man en vrouw begint niet
bij de Trans-Atlantische Slavenhandel en Slavernij en de kolonisatie van Afrika, maar dat tijdperk is wel het definiërende deel van onze geschiedenis.
Een tijdperk waarin een realiteit van verschrikkelijk racisme en globale onrecht werd geschapen dat tot vandaag doorwerkt in het alledaagse leven van Zwarte mensen wereldwijd.
Het was een vreselijk pijnlijke onderbreking van Afrikaanse geschiedenis die een bijna totale vernietiging van Afrikaanse culturen heeft veroorzaakt.
Gelukkig leven we nu in andere tijden. Waarin Zwarte mensen wereldwijd niet alleen het Verhaal van slavernij en kolonisatie van land, spiritualiteit en verstand willen horen en vertellen.
Maar ook de verhalen willen leren over de pre-koloniale geschiedenis van Afrika en over de culturele rijkdommen van de Zwarte mens.
Het is een ondergewaardeerd privilege wanneer je daarbij de juiste balans kan vinden…
The Hunted Slaves, By Richard Ansdell, 1861